Categories: Detectie, Training

Marcel Nijland

Share

De kern van detectietraining voor honden is dat je de hond leert om een bepaalde geurbron op te zoeken en aan te wijzen. In de politiepraktijk is dat vaak drugs, explosieven of geld. Maar in feite kun je een hond op iedere geur trainen. Andere voorbeelden zijn honden die reageren op een gaslek, een dreigende epilepsieaanval of honden die gebruikt worden om invasieve planten zoals Japanse duizendknoop op te sporen.

Als sport is het een uitdagende activiteit voor je hond. Honden snuffelen graag en als een bepaalde geur een beloning oplevert, gaat een hond al snel op zoek naar die geur. Je komt tegemoet aan een behoefte van je hond: zoeken.

Tijdens de cursus Detectietraining leer je je hond om te zoeken naar een specifieke geur en deze te verwijzen. Je kiest zelf een geur waarmee je wilt trainen. Elke zuivere geur is goed. Ik kom hier later op terug.

Een verwijzing is de melding dat de hond iets met een bepaalde, aangeleerde geur gevonden heeft. Hij moet dit zo precies mogelijk leren aanwijzen. Het liefste zie je dat je hond direct op de geur reageert en er met zijn neus zo dicht mogelijk bij probeert te komen. Daarna moet de hond erbij blijven door te gaan zitten of liggen.

Systematisch en positief trainen vormt de basis van de training. Door stap voor stap op te bouwen wordt je hond steeds standvastiger in de verwijzing: geen twijfel, hier is de geur.

We gaan de volgende items trainen in deze cursus:

  • Het leren herkennen van een doelgeur
  • Leren zoeken en verwijzen van die geur
  • Zoeksystemen waarbij je je hond systematisch leert zoeken. Denk hierbij aan het afzoeken van een rij, een carrousel en een wand, een voertuig, enz.
  • Het leren verwijzen van die specifieke geur onder verschillende omstandigheden
  • Het leren afzoeken van ruimtes met bijbehorende strategieën
  • Dirigeren
  • Obstakels nemen
  • Leren verplaatsen in moeilijk terrein

De groepjes bestaan uit maximaal 6 mensen. Voor deze cursus zou je een aantal hulpmiddelen zelf moeten aanschaffen, zoals detectieboxjes, enkele Kongen. We komen daar nog op terug tijdens de cursus.

Doelgeur

Voor deze training kies je een specifieke geur waar je op gaat trainen. Bij detectiesport examens wordt vaak gebruik gemaakt van de geur van rode Kong, dat klokvormige hondenspeeltje. Mocht je in de sport door willen gaan en de hond moet dan leren rode Kong te verwijzen, dan wordt er vaak kruidnagel en kaneel als verleidingsgeuren bijgelegd. Hierop mag de hond dan niet verwijzen. Het is dus wel de moeite waard om even goed te overwegen met welke geur je wilt gaan trainen.

Kaneel, koffie, kruidnagel en nootmuskaat worden ook veel gebruikt, maar zoals gezegd: ook vaak als ‘bijleggers’ gebruikt.

Het is wel belangrijk dat je een zuivere geur kiest, dus geen ‘koekkruiden’ of ‘herfstthee’ omdat dit een mengsel van geuren is. En je start met één geur. We gaan de hond leren dat deze geur een beloning oplevert. Rode Kong is uitstekend om mee te starten, maar kaneel, nootmuskaat of koffie kan ook.

Het is wel goed om er even over na te denken. Mocht je wedstrijden willen gaan doen, dan wordt vaak Kong als doelgeur gebruikt en kaneel of nootmuskaat als verleidingsgeur. Is de geur van Kong eenmaal goed aangeleerd, dan hoeft dat geen probleem te zijn. Maar heeft een hond een tijd lang op kaneel gezocht, dan kan die geur als verleiding erg lastig zijn te weerstaan zijn voor je hond. Kies dus weloverwogen. Mijn voorkeur is dus rode Kong


Verwijzen

Essentieel in het zoeken is dat de hond leert uit zichzelf de geurbron aan te wijzen zonder hulp te geven. Dit aanwijzen wordt verwijzen genoemd, of: de hond maakt een verwijzing. De kern van zoeken en detectie is dat we de hond leren dat het zelfstandig verwijzen van de juiste geur een beloning oplevert.

Na het herkennen van de doelgeur is het leren verwijzen de tweede oefening. We leren de hond eerst de positie aan waarin hij de verwijzing moet tonen: zitten, liggen, met de neus ertegen duwen. Ook dat mag je zelf kiezen, zolang je maar voor een vaste positie kiest. Maar je kiest een positie waarmee de hond duidelijk maakt waar de geurbron verstopt zit.

Vervolgens leer je de hond deze positie aan te nemen zodra hij de doelgeur ruikt. Dit verwijzen is op zichzelf niet zo moeilijk aan te leren. Wat moeilijk is, is dat je de hond zo min mogelijk of geen hulp mag bieden. Je moet je training dus precies opbouwen.

Zoeken

Is de geurherkenning en verwijzing in orde, dan leer je de hond systematisch zoeken. Dit leer je een hond door hem eerst een rij af te leren zoeken, een zoekwand af te zoeken en vervolgens leer je de hond hoog/laag te zoeken op een zoekwand of een object zoals een auto.

Deze systematiek van zoeken wordt vervolgens uitgebreid naar praktijkopdrachten, zoals koffers en tassen afzoeken, kasten afzoeken en ruimtes af te zoeken.


Geurzuiver werken

Geurzuiver werken betekent dat je secuur omgaat met je trainingsgeur. Geur is als verf: als je het aan je handen hebt, breng je het zo over op allerlei andere objecten. Voor je het weet zit alles onder de verf…of je doelgeur. Als je met de geurbron werkt, werk je dus vaak met tangetjes of met latex handschoenen aan. Je moet ten alle tijden voorkomen dat de doelgeur ook aan je handen komt. Hoe beter de hond, hoe gevoeliger hij wordt voor dit soort contaminatie met geur.

Zo kan het ook storend zijn als je je geurbron steeds met de blote hand weg legt. Je handgeur is duidelijk waarneembaar voor de hond en een sterk signaal waar hij moet zoeken. Voor je het weet leert de hond vooral op jouw geur te zoeken. Dit soort ruis in je training kan storend werken en soms steeds grotere vormen aannemen. Heeft de hond zijn focus eenmaal op de verkeerde geur gelegd, dan weet je nooit zeker waar hij op zoekt. Het gevaar is dan dat je gaat helpen en dat de hond steeds gevoeliger wordt voor je aanwijzingen. Het is een vorm van omdenken. In de meeste vormen van hondensport mag je volop helpen. Bij het zoeken (en ook het speuren) leer je de hond zelfstandig te werken. De hond lost het probleem voor je op! Je leert dus ook om je hond goed te observeren en te lezen.

Algemeen appèl

Naast het detectiewerk besteden we nog steeds aandacht aan algemene gehoorzaamheid, wat o.a. nodig is om een hond controleerbaar te houden. De beste honden tonen volle zoekdrift maar blijven wel onder controle. Dit algemeen appèl is ook noodzakelijk bij de obstakels.

Een onderdeel van de appèltraining is het dirigeren. Het is mooi als je een hond kunt sturen en op afstand kunt laten zoeken. Dirigeren is weer zo’n uitdagende oefening die je in gewone gehoorzaamheidstraining niet tegen komt, maar het is een oefening die honden over het algemeen erg leuk vinden.

Obstakels

Naast het appèl gaan we de honden leren om voorzichtig obstakels te nemen, zoals lopen over een open ladder en over een open trap. Het nemen van obstakels is iets dat binnen het echte zoekwerk veelvuldig gedaan moet worden. Het geeft een hond zelfvertrouwen en het houdt hem oplettend. Het vergt ook een bepaalde rust en zelfbeheersing in de hond, waar je op kunt trainen.

In principe kan deze sport voor alle honden geschikt zijn, zowel jonge honden als oudere honden.

Lijkt het je leuk om samen met jou hond met detectietraining aan de slag te gaan? Bekijk dan hier alle informatie!

Leave A Comment

Related Posts